‘Als mijn moeder dit weet, gaat ze flippen’ - Met Kop en Staart
16174
post-template-default,single,single-post,postid-16174,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-theme-ver-9.1.3,wpb-js-composer js-comp-ver-4.11.2.1,vc_responsive

‘Als mijn moeder dit weet, gaat ze flippen’

27 sep ‘Als mijn moeder dit weet, gaat ze flippen’

Aan het begin van elk schooljaar ging Rosa Blom ervoor. Nieuwe schriften, nieuwe pennen, goede moed. Maar die moed zakte haar razendsnel in de schoenen. Corona trok het laatste restje motivatie uit haar weg. ‘Onderwijs tijdens corona vond ik echt verschríkkelijk.’ Een maand geleden stapte ze van 4 havo over naar het mbo. ‘Veel mensen met wie ik omga, doen havo. Dat is voor hen normaal. Maar 60% van onze leeftijdgenoten doet mbo. Alleen… dat zien zij niet. Zij zien mbo vooral als “minder slim”.’

Ik ben moeder van 3 tienerdochters en journalist. De afgelopen twee jaar heb ik veerkracht en doorzettingsvermogen bij ze gezien, maar ook eenzaamheid. In hun eigen huis, onder ons dak. School was even niet meer dan ‘online educatie’, zo goed en zo kwaad als het ging. Maar ‘school’ is waar je lacht en huilt, waar het soms schuurt en waar je wordt (bij)geschaafd. School is waar je wordt gevormd. Wat heeft twee jaar corona met tieners gedaan? Ik ben met ze gaan praten. Vroeg naar hun leven, de rol van school, de band met hun ouders, hun onzekerheden… Wat me opviel? Wat zijn ze ongelofelijk open. De komende weken post ik regelmatig een verhaal.

#4
Rosa Blom
Malburgen
24 mei 2006
ROC Nijmegen Facilitair Leidinggevende
Horeca
‘Ik heb al twee jaar niet gesport’

‘Halverwege mijn vierde jaar op het Beekdal dacht ik: dit wil ik niet meer. Ik was totaal niet gemotiveerd om naar school te gaan. Het eerste en tweede jaar op de havo gingen nog wel. Toen ging ik nog niet naar feestjes enzo. Aan het eind van het tweede jaar werd het minder met de motivatie. En toen kwam corona en was het helemaal weg. Aan het begin van mijn vierde jaar, 2021-2022, ging ik soms tien dagen achter elkaar niet naar school. In plaats van in de klas zitten, liep ik met een vriendin door de stad. Letterlijk niks doen. Soms dacht ik wel “Shit, ik kan beter naar school gaan. Dit gaan mijn ouders echt niet leuk vinden.”. Ik kreeg van school mailtjes dat ik van de leerplichtambtenaar een boete of een haltstraf zou krijgen. Het hele jaar door miste ik de eerste twee uur van de dag sowieso. De lessen van docenten van wie ik wist dat ze leerlingen nooit absent meldden, bleef ik ook skippen. Als ik wel absent werd gemeld, deed school er eigenlijk ook niets mee. Het had geen consequenties. Er waren wel mensen op school die wilden helpen bij het opstellen van een leerschema. Maar die schema’s maakte ik zelf al. Ik hield me er alleen nooit aan. Aan het begin van elk schooljaar zei ik tegen mezelf dat ik het nu echt goed ging doen. Ik haalde nieuwe schriften en alles. Ik wist ook dat als ik elke dag twee uur zou leren, ik de toetsen wel zou halen. Maar ik deed het gewoon niet. Ik zag mijn achten vijven worden en dat motiveerde ook niet. Mijn mentor in de vierde was trouwens wel echt heel slecht. Die deed niks. En tijdens het schooljaar ging hij ineens twee weken op vakantie.

 

“De lessen via Teams: het was te makkelijk om ze niet te volgen”

 

Onderwijs tijdens corona vond ik echt verschríkkelijk. De lessen via Teams: het was te makkelijk om ze niet te volgen. Ik zei dat mijn camera en microfoon het niet deden, zette de laptop naast m’n bed en ging weer liggen. Als ik na een uur wakker werd, zat ik als enige nog in de les met de docent… Bij toetsen gebruikte ik afkijkbriefjes en ik heb een keer mijn tweelingzus een toets voor me laten maken. Dat viel toch niemand op. Sowieso vond ik de coronatijd verschrikkelijk. De avondklok vond ik helemaal kut. Omdat we maar tot tien uur ‘s-avonds hadden, spraken we zo vroeg mogelijk af. Dus ik ging vroeg in de middag ergens heen en deed helemaal niets meer aan school.
Winkels dicht op 20.00 uur… Dan wordt het toch juist drukker voor die tijd? Ik vond die regels zo irritant. Die regels van de overheid… Niemand was het ermee eens, maar we deden er wel aan mee want ja, wat moest je anders.

Ik voelde dat ik misschien beter naar het mbo kon gaan, maar vond het zo moeilijk om dat besluit te nemen. Ik had er letterlijk een maand lang buikpijn van. Mijn ouders gaven me geen druk. Ze benadrukten dat het mbo niet ‘dom’ was, maar anders. Ik wist niet wat ik moest doen en vroeg aan anderen wat zij zouden doen als ze in mijn schoenen stonden. Omdat ik het niet wist, vond ik hun mening heel erg belangrijk. Dat maakte het nog lastiger om te beslissen. Maar op een gegeven moment wist ik: ik wil naar het mbo. Ik vind praktijklessen zoveel leuker dan theorie en leren uit boeken. Ik vind het leuk om nu al dingen te leren die ik later echt nodig ga hebben. Nu, in mijn eerste jaar op het mbo, gaan we gelijk werken. We moeten het café van de school runnen. In het tweede jaar worden we facilitair leidinggevende van een eerstejaars leerling. Veel mensen met wie ik omga, doen havo. Dat is voor hen normaal. Maar 60% van onze leeftijdgenoten doet mbo. Alleen… dat zien zij niet. Zij zien mbo vooral als “minder slim”. Ik zie het zo: er zijn mensen die wel en die niet kunnen leren. Of nee… weet je, iedereen kan lezen en onthouden en een toets maken. Maar wat wéét je dan? Napoleon, de wortel of kwadrant van… Wat ga ik daarmee doen? Sowieso vind ik het nergens op slaan dat je op zestienjarige leeftijd al moet weten welk werk je later wil doen. Belachelijk. Een vriend van mij zou een heel goede advocaat zijn. Hoe hij is, hoe hij de dingen doet… Ik weet zeker dat hij een topadvocaat zou zijn. Maar ja, hij heeft geen vwo. Waarom wordt er gekeken naar je school en niet naar je persoonlijkheid? Ik vind het kut dat het allemaal zo ligt. Als je jong bent, in de fase van “ja, boeien”, moet je jezelf klaarzetten voor later. Daar zit ik echt mee.

“Als mijn moeder dit weet, gaat ze flippen”

 

Mijn ouders zijn er een paar maanden geleden achter gekomen dat ik rook. Dat vinden ze niet leuk. Mijn moeder is teleurgesteld. Mijn vader weet dat hij het niet kan veranderen. “Ik heb liever dat je het niet doet”, zegt hij. “Zou je willen proberen om het niet te doen?”. Mijn vader weet ook dat ik wel eens drugs heb gedaan. Hij vroeg het me gewoon: “Heb jij dat wel eens gedaan?” Dan kan ik niet meer ontkennen. Dus ik vertelde hoe vaak en hoe het ging… Mijn moeder mag dit echt niet weten. Die gaat flippen. Mijn vader houdt zich rustig. Hij vertelt dit niet door aan mijn moeder, ik heb hem in vertrouwen genomen. Ik wilde het al langer aan ‘m vertellen maar iedereen zei: je bent 16, je bent veel te jong. Vertel het hem als je 18 bent. Maar het gevoel dat ik iets aan het doen ben wat hij niet weet, of niet wil, dat maakt me onrustig. Ik moet dan liegen en dat voelt niet fijn. Ik vind het fijner als hij weet. Als ik met een jongen heb gezoend, vertel ik het thuis ook altijd. Als ik naar huis ga na een feestje, moet ik altijd mijn locatie aanzetten op mijn telefoon. Ik was laatst naar muziekpodium Doornroosje in Nijmegen. Toen ik ‘s-nachts naar het station liep om met de trein naar huis te gaan, kwam ik iemand tegen met wie ik bleef kletsen. Dan krijg ik een appje van m’n vader: “Waarom sta je stil? Loop door!” Dat vind ik wel prettig, het voelt veilig.

Terug naar die drugs… Ik had het vrienden zien doen en keek naar hoe ze er dan uitzagen en hoe ze deden. Ze hadden hele grote pupillen, waren heel lief, wilden elkaar de hele tijd knuffelen. Eentje zat zes uur lang Mario Kart te kijken. Ik wilde het ook proberen. Maar ik heb het, XTC, maar een paar keer gedaan. Ik kreeg er stress van in mijn hoofd en werd misselijk. In vergelijking tot mijn vrienden kan ik goed tegen groepsdruk. Soms spreken we af met elkaar dat we alleen een drankje doen. Dan doen zij toch ook vaak drugs, en ik zeg nee.

“Nu ga ik iets zeggen wat ik nog nooit aan iemand heb proberen uit te leggen”

 

Ik woon in Arnhem Zuid, maar ik doe eigenlijk alles in Noord. Soms vergeet ik dat waar ik woon, ook nog steeds Arnhem is. Ik ben echt superveel voor de Appie bij Rozet. Dan kijken mijn vriendin en ik elkaar aan en vragen we ons af hoe we hier naar wéér terechtkomen. En ik kom heel vaak bij de Eurosnack op de Korenmarkt. Daar koop ik mijn sigaretten. Met de man die daar werkt, heb ik altijd goede gesprekken. Ik zit daar ook vaak gewoon mensen te kijken… Nu ga ik iets zeggen wat ik nog nooit aan iemand heb proberen uit te leggen: Er zijn zoveel meer dieren op de wereld die hetzelfde hadden kunnen zijn als wij, maar dat kunnen zij niet omdat wij zoveel nodig hebben om met elkaar te kunnen leven. We moeten werk, geld, gebouwen… Waarom? Voor andere diersoorten is er minder ruimte omdat wij hout nodig hebben om in te wonen… Als enige soort hebben wij zoveel nodig. Ik zie een rij voor de Starbucks staan omdat je er een gratis tas krijgt. Hoe zijn we zo geworden? Zo dom… Ik vind het ook zo raar dat eeuwenlang wereldwijd werd gedacht dat mannen meer waren dan vrouwen. Daar maken we nu grapjes over, maar een vriendin van mij hoorde op haar werk van zo’n ventje die echt gelooft dat mannen meer zijn dan vrouwen: “Je mag niet werken, want je bent een vrouw”. Dat is toch mega frustrerend? Als wij niet hadden bestaan, had de wereld nog biljoenen jaren vooruit gekund. Maar wij zijn er en nu duurt het allemaal veel minder lang. Ik ben al dood als de wereld er niet meer is, dus ik merk het niet, maar een beetje jammer is het wel.’