‘Ik ben snel afgeleid in mijn hoofd. Het is daar heel druk’ - Met Kop en Staart
16224
post-template-default,single,single-post,postid-16224,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-theme-ver-9.1.3,wpb-js-composer js-comp-ver-4.11.2.1,vc_responsive

‘Ik ben snel afgeleid in mijn hoofd. Het is daar heel druk’

29 jun ‘Ik ben snel afgeleid in mijn hoofd. Het is daar heel druk’

Justa Becker is blij dat ze zestien is. ‘Zestien is beter dan vijftien. Mijn leven begint nu echt’. Ze is gewend om te zorgen. Voor zichzelf, haar moeder en voor vriendinnen. Op feestjes blijft ze vaak nuchter om ‘mama’ te kunnen spelen als dat nodig is. Haar hoofd staat nooit stil. ‘Het gaat daar hophop heen en weer’.

Tieners. We praten meer over dan met ze. Ik ben moeder van drie tienerdochters en journalist. Ik zie een boel plezier bij mijn kinderen, maar ook onzekerheden, veel telefoon, volle hoofden, vraagtekens, wilde plannen, enthousiasme, humor… Tieners zijn zo leuk. Daarom ben ik met ze gaan praten. Ik vroeg naar hun leven, de rol van school, hoe ze corona hebben beleefd, de band met hun ouders, hun onzekerheden…  De komende weken post ik regelmatig een verhaal.

#7
Justa Becker
12 -11-2006
Doorenweerd College, Renkum
IJssalon in Arnhem en La Cubanita in Eindhoven
Voetbal en sportschool

‘Ik heb altijd duizend dingen te doen op een dag. Ik ervaar mijn leven als druk. Maar daar hou ik van. Ik vind het leuk om bezig te zijn. Dan hoef ik niet na te denken over alles wat er in mijn leven gebeurt. Bijvoorbeeld dat ik iets leuks had met een jongen en dat niet zo goed afliep. Of andere stomme dingen. Twee jaar geleden is mijn vader overleden. Ik had geen heel nauwe band met hem, we zagen elkaar ongeveer één keer per jaar. Hij is mijn donorvader. Ik groei op bij mijn twee moeders. Eén keer per jaar gingen we naar de dierentuin of deden we een ander uitje. Ik kon hem dan alle vragen stellen die ik had. Met mijn broer heb ik het wel eens over zijn dood. Ik kan met mijn broer over alles praten. We zijn beste vrienden en hij geeft me altijd over alles tips.

“Twee jaar geleden is mijn vader overleden”

Ik ben geboren uit Annette. Bij haar woon ik het grootste deel van de tijd. Om de week ben ik een weekend bij mijn andere moeder, Angela. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik jong was. Als mijn broer en ik naar Angela gaan, doen we veel zelf. Angela is door een ziekte in haar hoofd mentaal soms een kind. Dat is lastig uit te leggen. Het is niet dat ze helemaal niet voor ons kan zorgen, maar het is wel lastiger. Van jongs af aan hebben we veel dingen zelf gedaan. Koken bijvoorbeeld. Vroeger deed mijn broer dat vooral en nu kook ik zelf ook.

Ik heb de persoonlijkheid van mijn vader. Hij praatte ook heel veel. Hij had een sterke mening en hield ook altijd van gezelligheid. Van mijn moeder heb ik vooral het hoofd: druk, veel nadenken en hersens. Ik ben snel afgeleid in mijn hoofd. Het is daar heel druk. Het gaat hophop heen en weer. Ik ben vaak bezig met wat anderen van mij vinden en ben snel bang om buitengesloten te worden. Vriendinnen hebben me geleerd om daar niet mee bezig te zijn. “Laat lekker zitten”, zeggen ze dan. “Als mensen wat willen, komen ze wel naar je toe”. Dat helpt. Ik ben 24/7 in contact met mijn vriendinnen. De connectie die ik met ze heb, voelt als, ja, ehm, als thuis. Bij hen ben ik altijd blij. Ik word vrolijk van mijn vrienden. En als ik zelf vrolijk doe, word ik ook vrolijk van mezelf.

“Als ik een dag niet sport, voel ik me nutteloos en dik”

Tijdens corona heb ik heel erg mijn best gedaan voor school. Ik zat in een mavo-havo brugklas en wilde graag laten zien dat ik naar de havo kon. Dus ik volgde alle online lessen, maakte aantekeningen, nam voor de les de stof door. Ik wilde echt geen achterstand op lopen. Voor school ging ik een rondje hardlopen, of in een tussenuur. Sport is een uitlaatklep. Maar het is ook zo dat als ik een dag niet sport, ik me nutteloos en dik voel. Eigenlijk. Al mijn vriendinnen zijn smal gebouwd. Ik heb de bouw van mijn moeder. Daardoor maken wij sneller vet aan. Zij let daarom op wat ze eet. Dat doet ze ook bij mij. Daardoor wordt mijn zelfbeeld wel steeds moeilijker. Ja, ik weet niet, als je slank bent, zie je er verzorgder uit. Een beetje fit. Maar ik laat er geen lekkere dingen voor, hoor. Bij een ander ziet alles er sowieso beter uit dan bij jezelf. Dat komt deels door social media, denk ik. Niet dat ik jaloers word op anderen. Als het gaat over zo’n Amerikaans meisje dat in een penthouse woont, zou ik dat ook wel willen.  Maar eerder het uiterlijk en de kleding. Wanneer ik leuke kleren voorbij zie komen, wil ik die wel gelijk hebben. Als ik iets leuks meemaak, zet ik dat meestal op mijn verhaal van insta of snap. Ik ben dan niet bezig met het aantal likes. Maar als ik jarig ben, en een vriendin feliciteert me niet, dan valt me dat wel op.

School betekent voor mij presteren. Ik kan me slecht concentreren. Van de vijf lesuren, zijn er drie effectief. Ik heb er vaak over gedacht om een ADD- en een ADHD-test te doen, daar ben ik nu ook mee bezig. Ik heb namelijk veel last van mijn concentratie, en ik ben ook erg druk. Maar het kan ook gewoon komen doordat ik zo ben. Voor school kijk ik online uitlegvideo’s. Huiswerk maken doe ik niet. Daar heb ik geen tijd voor en ook geen motivatie. Na een dag school ben ik echt gesloopt. Ik ben er ook heel lang mee bezig door dat lage concentratievermogen. Mijn moeder is best streng over school. Als ze weet dat ik niet goed heb geleerd, heeft ze daar wel wat over te zeggen. Ze zit soms iets teveel boven op mij. Iemand bij mij op school zei tegen me dat ik al ga stressen als ik het woord “school” alleen maar uitspreek. Maar ja, ik wil het gewoon goed doen, ik wil alles begrijpen. Ik zou wel advocaat of rechter willen worden. Niet alleen iets met strafrecht, maar meer sociaal. Iets goed doen voor anderen. Ik zou ook graag de politiek in gaan. Maar in ieder geval met mensen werken. En ook graag iets dat mij jong houdt. Ik wil sowieso kinderen en hopelijk krijg ik een vriend. Maar ik wil nu nog niet weg uit mijn tienerjaren. Ik vind het zo leuk om met veel vrienden nog van alles te ontdekken. Ik kom graag in Arnhem. Het is veilig.  Echt op elk hoekje van de straat ken ik iemand waar ik naar binnen kan als er een rare man op me afkomt ofzo. Ik ben graag bij de Rosandepolder in Oosterbeek en mijn favoriete plek in Arnhem is de Rijnkade. Dan haal ik met vriendinnen bij de Appie fruit, stokbrood en kruidenboter en kletsen we urenlang. En Sonsbeek in de zomer…

“Ik mis het kind zijn. Alles was toen nieuw en cool”

Ik ben nu zestien. Zestien is beter dan vijftien. Mijn leven begint nu echt. Ik moet zelf mijn afspraken maken bij de dokter, ik kan me voorbereiden op mijn theorie-examen voor autorijden. Toen ik zestien werd, gaf ik thuis een feestje. Ik zei tegen iedereen: als je kotsend boven de wc hangt, zet ik je er uit. Daar heb ik echt geen zin in. En daar hield iedereen ook rekening mee. Ik drink wel eens een biertje of een mixje op een feestje, maar ik maak er geen gewoonte van. Vaak ben ik op feestjes ook nuchter omdat mijn vriendinnen er soms nog niet zo goed mee kunnen omgaan. Dan houd ik in mijn achterhoofd dat ik die avond mama moet spelen. Op mijn dertiende was ik op rugbykamp en moedigde iemand me aan om een slok bier te nemen. Dat was de eerste keer. Daarom mis ik vroeger wel, het kind zijn. Alles was nieuw en cool. Toen ik jong was, ging ik alle deuren af om te vragen of iemand wilde spelen. Lekker voetballen op het veldje of spelen in de speeltuin met de buurt. Nu doe ik dat natuurlijk niet meer. Nu snappen we. Maar de telefoon, daar ben ik niet zo van. Ik vind het nog steeds het leukst om elkaar live te zien.’