'Ik was boos, maar durfde dat niet te zeggen' - Met Kop en Staart
16152
post-template-default,single,single-post,postid-16152,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-theme-ver-9.1.3,wpb-js-composer js-comp-ver-4.11.2.1,vc_responsive

‘Ik was boos, maar durfde dat niet te zeggen’

24 jun ‘Ik was boos, maar durfde dat niet te zeggen’

Wat heeft twee jaar corona met tieners gedaan? Ik ben met ze gaan praten. Vroeg naar hun leven, de rol van school, de band met hun ouders, hun onzekerheden… Lisa in ’t Veld zat nog op de basisschool toen in maart 2020 de scholen dicht gingen. Aan school deed ze niks en mama werd ook niet blij van thuis werken. ‘We zaten zo op elkaars lip’. Na die zomervakantie ging ze naar de middelbare school en veranderde alles. Corona deed er eigenlijk niet zoveel toe. Belangrijker was dat Lisa op de middelbare merkte dat ze ‘helemaal niet raar’ was.

#2
Lisa in ‘t Veld
,
Alteveer-Cranevelt,
6 augustus 2009,
Jan Ligthart
Voetbal

‘In groep 8 ben ik getest op ADHD. De juf zag dat ik moeite had me te concentreren en dingen te plannen. Ik dacht zelf ook dat ik ADHD had. Op school wilde ik lopen, wiebelen, bewegen. Vriendinnen gingen gewoon aan het werk. Maar ik kon dat niet. Ik keek daardoor tegen ze op: waarom gingen zij  wel gewoon rustig hun werk doen en ik niet? Nu zit ik op het Jan Ligthart in Arnhem-Zuid. Dat is een tussenjaar voor kinderen die nog niet helemaal toe zijn aan de middelbare school. Sinds ik hier zit, ben ik veranderd. Ik ben helemaal niet meer onzeker over mezelf. Ja, ik vind mijn vingers kort en dik. Maar als dat het is… Dat ik druk ben of wil bewegen, maakt me echt niet meer uit. In mijn klas zitten wel acht kinderen met ADHD. Iedereen is wel een beetje druk. Wat ik zeg of doe, is niet meer raar. Iedereen is hetzelfde als ik. Ik heb het hier heel erg naar mijn zin. Het is anders dan ik had verwacht. Ik dacht dat ik op deze school met heel rare kinderen in de klas zou zitten en dat leraren me heel raar zouden behandelen. Dat is dus helemaal niet zo.

Bonuszusjes
Sinds de diagnose ADHD neem ik pilletjes. We hebben wel moeten zoeken naar de goede dosering. In het begin nam ik teveel. Als de pilletjes waren uitgewerkt, was ik moe en wilde ik slapen. Ik vond mezelf niet meer zo leuk als daarvoor. Ik voelde me er niet prettig bij. De huisarts vertelde dat ik de pilletjes ook alleen op bepaalde momenten kan nemen. Bijvoorbeeld in een toetsweek, of bij vakken die ik moeilijk vind. Maar ik vind weinig vakken moeilijk. In groep 8 was mijn advies VMBO-kader, maar in dit tussenjaar heb ik een mavo-advies gekregen. Daar ben ik heel blij mee want de mavo zit in hetzelfde gebouw als Jan Ligthart. Nu kan eigenlijk gewoon hier blijven en mijn broer zit hier ook. Dat ik naar dezelfde school ga als hij, vind ik superfijn.

Ik woon met mijn twee broers en mijn moeder. Om de week ga ik een weekend naar mijn vader in Heino. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik in groep 6 zat. Opeens ging mijn vader een paar dagen weg. Van school moest ik toen naar een soort praatgroep. Praten over wat ik voelde en opdrachten maken. Dat vond ik op zich wel fijn omdat de kinderen in die groep hetzelfde hadden als ik. Maar als ik eerlijk ben, hielp het mij niet heel veel. Ik vind het fijner om gewoon zelf aan de nieuwe situatie te wennen. Mijn vader woonde op een gegeven moment  in Heino  met zijn vriendin en haar twee dochtertjes. Ik vond het moeilijk om, als ik naar mijn vader ging, ook alles samen met hen te doen. Ik vond het allemaal heel veel. Als ze huilden, vond ik dat echt vreselijk. Ik moest enorm aan ze wennen. Ik was toen zelf ook wel moeilijk. Ik sloot me af, zat veel op m’n telefoon. Ik was boos, maar dat durfde ik niet te zeggen. Als m’n zusjes “nee” te horen kregen, werden ze boos. Dat vond ik zo stom. Waren er ineens drie boze kinderen. Ik ben nu dol op mijn zusjes en zou ze vaker willen zien. Ik zeg liever ‘zusje’ maar voor de buitenwereld zeg ik ‘bonuszusje’ anders snappen ze het niet. Dat ik minder boos werd komt onder andere omdat we niet meer de hele tijd alles met elkaar doen. Mijn vader neemt de tijd om met mij alleen te zijn. Hij “dwingt” me om te praten. We lopen altijd even naar een bankje buiten en dan vraagt hij hoe het is op school en op voetbal en vertelt hij over zichzelf en over de familie. Ik vind het fijn dat hij dit doet, ik praat nu makkelijker. Mijn vader zegt dat ik eerlijk en positief moet zijn. In zijn huis kun je niet chagrijnig zijn. Ze draaien daar alles om. Soms denk: “laat mij lekker chagrijnig zijn”. Maar ja, het is ook wel weer leuk.

Negatieve comments
Mijn moeder werkt als gastvrouw in Rijnstate, ze zit in de welkomsthal achter de balie. Tijdens corona werkte ze nog ergens op kantoor maar toen ze thuis moest werken, zat ze hier aan de keukentafel. Daar werd ze niet heel blij van. Mijn broers, mijn moeder en ik zaten op elkaars lip. Ik zat toen nog op de basisschool en ik deed echt níks aan school. Ik was echt blij toen we allemaal weer ons ding konden doen. Vanaf het moment dat mijn moeder weer naar haar werk ging en aan het eind van de middag thuiskwam, was zij ook een stuk vrolijker. Ik ben blij dat ik weer leuke dingen kan doen met vriendinnen. In tien minuten fiets ik naar de stad. Ik ga soms zwemmen, naar de bioscoop, shoppen – ik heb sinds een maand kleedgeld – , kleding passen en kijken hoe het bij elkaar staat. Ik heb veel vriendinnen. Als iemand zin heeft om naar de stad te gaan, appt ze: kom je ook om 15.00 uur? Ik vind wonen in Arnhem heel leuk. Bij mijn vader in Heino is er een Kruidvat. Nou, dat is het dan wel. Als ik me verveel, ga ik op mijn telefoon en vliegen de uren voorbij. Op TikTop en Insta lees ik vaak de comments om te ontdekken hoe iedereen denkt.  Wat ik echt niet leuk vind, is alle haat op elkaar terwijl je elkaars verhaal niet eens kent. Tussen half negen en negen ga ik naar bed. Dat is niet laat, geloof ik. Als ik van mijn vriendinnen hoe laat ze naar bed gaan… Ik hoor ze wel eens zeggen dat ze moe zijn. Ik heb altijd zin in de dag, heb altijd energie.

Oekraïne
De oorlog in Oekraïne, daar maak ik me wel zorgen om. Ik had niet verwacht dat er nog zoiets zou komen na de Tweede Wereldoorlog. En Poetin hoeft maar op een knop te drukken… Mijn broer weet alles van geschiedenis. Hij leest alles. Voordat Poetin Oekraïne binnen viel, wist hij het al. Soms vertelt hij iets en dan praten we er over. Ik ben er niet elke dag mee bezig hoor. Maar moeten schuilen lijkt me zo verschrikkelijk. Die moeders en die kinderen. Die kinderen hebben nog een heel leven voor zich.’