Ondertussen bij de mensen thuis #2 - Met Kop en Staart
16094
post-template-default,single,single-post,postid-16094,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-theme-ver-9.1.3,wpb-js-composer js-comp-ver-4.11.2.1,vc_responsive

Ondertussen bij de mensen thuis #2

29 apr Ondertussen bij de mensen thuis #2

“Ik ben nog niet gewend aan de nieuwe conventies.”

We hadden het plan om op de John Frostbrug te gaan eten. Op 5 mei, met zoveel mogelijk Arnhemmers aan tafel op die iconische plek, om 75 jaar vrijheid te vieren. Dat lukt dit jaar niet, dus doen we het anders. Op 5 mei 2020 vieren we de vrijheid in huis. Allemaal op hetzelfde moment, dus toch enigszins samen. Zo overbruggen we afstand. In de aanloop naar 5 mei 2020 elke dag een interview met een Arnhemmer: hoe overbrug jij deze periode?


Yvonne van Elferen (52), Rijkerswoerd

Hoe gaat het met je, in deze tijd?
“Goed. Met mij gaat het gaat goed. Ik vind het wel lastig dat ik niet bij mijn moeder op bezoek kan. Ze heeft dementie en woont in een verpleeghuis. Haar verjaardag hebben we over de heg gevierd. Dat was niet makkelijk. Zíj heeft het goed, hoor. Ze houdt van iedereen die lief voor haar is. En ik vond het fijn om voor haar te kunnen zingen op d’r verjaardag, maar die heg confronteerde me ook met de afstand. Sowieso vind ik het buitenshuis lastig. Ik ben nog niet gewend aan de nieuwe conventies. In de supermarkten bespeur ik een soort gekte. De een komt dichtbij je staan. De ander loopt met een grote boog om je heen. Thuis is voor mij de beste plek. Daar heb ik het heel goed. Ik ben ZZP-er, kan prima vanuit huis werken, héb nog genoeg werk. Daar ben ik ook heel dankbaar voor.”

“Binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbeperkt als daarbuiten, zei Jules Deelder’. Dat gevoel heb ik ook.”

 

Hoe ziet jouw ‘thuis’ er uit?
“Ik woon met mijn man Han. Onze kinderen zijn al een paar jaar de deur uit. Onze dochter heb ik al sinds februari niet meer ‘live’ gezien. Mijn zoon wel, die hebben we zelfs nog verhuisd tijdens Corona. Het voelt wel raar dat het gezin zo lang niet meer compleet is geweest.”

Hoe overbrug jij? Met andere woorden: waar word jij in deze periode blij van?
“Ik kook graag. Ik heb nu tijd om vaker een nieuw recept op mijn insta en website ‘nietweerpizza’ te zetten. Recepten voor niet te lastige en te dure maar wel heel lekkere gerechten. En ik vind het heerlijk om een paar uur in mijn tuin te kunnen rommelen zonder dat je voelt dat je eigenlijk wat anders moet. Nu er minder een beroep op ons wordt gedaan door de buitenwereld, is het makkelijker om in het moment te zijn. Als je je geen zorgen hoeft te maken over mensen die je liefhebt, kan dit ook een heel mindvolle periode zijn. Ik herontdek wat ik allemaal héb en geniet enorm van de creativiteit die loskomt. Bij mijzelf, maar ook bij anderen. Fantastisch. Ik denk vaak aan een dichtregel van Jules Deelder: ‘Binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbeperkt als daarbuiten’. Dat gevoel heb ik ook.”

“Ik verwacht niet dat straks niemand meer peultjes uit Egypte koopt, maar hoe mooi zou het zijn als we ons meer richten op wat we hier, regionaal, produceren en nodig hebben… “

 

Wat neem je uit deze tijd mee naar straks?
“Ik hoop dat we het straks in Nederland meer met elkaar kunnen oplossen. Ik fiets nu regelmatig naar Huissen om bij de teler bloemen te kopen. En daarna ga ik naar een van de groenteschuren in de omgeving voor andijvie of wat ze hebben. Nu telers allerlei leuke dingen bedenken om hun producten toch kwijt te raken, komt het lokale sterker op. Ik verwacht niet dat straks niemand meer peultjes uit Egypte koopt, maar hoe mooi zou het zijn als we ons meer richten op wat we hier, regionaal, produceren en nodig hebben. Ik hoop ook dat, als de schema’s weer vollopen, ik het zélf volhou om op de fiets te stappen om langs de producenten te fietsen. Ik ontdek nu in ieder geval dat ik er heel erg van geniet. Die fietstijd moet ik gewoon als reistijd meerekenen.”

Als we ‘alles’ weer mogen, met wie ga jij dan samen eten?
“… Deze vraag ontroert me… Ik ga een broodje kroket eten met mijn moeder. In het restaurant van Eldenstaete. En dat ze dan daarna zegt: ‘Oh lekker. Ik lust er nog wel een’. Och ja. De afspraken die nu gelden voor het bezoeken van verpleeghuizen, die moeten we veranderen. Hóe, weet ik niet. Dit dilemma oplossen is geen eenvoudige taak. Ik gun het niemand om aan Corona te overlijden. Het is een heel heftige aandoening, geen ‘zware griep’ zoals ik wel eens hoor. Ik ben erg voor veiligheid in de verpleeghuizen. Mijn moeder is gelukkig, wat ik al zei, maar er zijn veel mensen in verpleeghuizen die niets van de situatie begrijpen. Dat is zo schrijnend.”