‘Scholen moeten later op de dag beginnen’ - Met Kop en Staart
16212
post-template-default,single,single-post,postid-16212,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-theme-ver-9.1.3,wpb-js-composer js-comp-ver-4.11.2.1,vc_responsive

‘Scholen moeten later op de dag beginnen’

10 mrt ‘Scholen moeten later op de dag beginnen’

Jonas Peters woont op een camping. Daardoor ziet hij zijn ouders de helft van het jaar vrijwel niet en de andere helft ’te vaak’. Vorig jaar zomer werd hij aangemeld bij bureau HALT omdat hij bier dronk in de buitenlucht, en minderjarig was bovendien. Hij had zijn straf kunnen afkopen. ‘Triest toch?’ 

Tieners. We praten meer over dan met ze. Ik ben moeder van 3 tienerdochters en journalist. Ik zie een boel plezier bij mijn kinderen, maar ook onzekerheden, veel telefoon, volle hoofden, vraagtekens, wilde plannen, enthousiasme, humor… Tieners zijn zo leuk. Daarom ben ik met ze gaan praten. Ik vroeg naar hun leven, de rol van school, hoe ze corona hebben beleefd, de band met hun ouders, hun onzekerheden…  De komende weken post ik regelmatig een verhaal.

#6
Jonas Peters
05-08-2006
Beekdal, Arnhem
Clinics streethockey
Hockey bij Upward, Arnhem

‘De eerste keer dat de school dicht ging door corona, voelde het een beetje raar. Maar de keren erna stond ik te juichen. Als je je sociale contacten op orde hebt, kom je de tijd wel door. Tijdens de online lessen die we thuis volgden, belden we elkaar. Maar ik merkte wel dat mensen die op school minder vrienden hadden, het lastiger vonden. Ik vond het chill… Zoveel vrijheid! De hele week kon ik zelf inplannen. Ik was maar een paar uur per dag met school bezig. Geen gehaast ‘s-morgens vroeg. Een kwartier voordat mijn eerste les begon, stond ik op. Ik ontbeet en ging daarna achter mijn bureau zitten. Op m’n kamer, lekker rustig. We kregen een klein half uur uitleg van de docent en gingen daarna zelf aan de slag. Ik was daardoor veel productiever dan normaal. Corona had een enorm effect op mijn cijfers. Van af en toe een voldoende, ging ik naar zessen en zelfs achten voor al mijn proefwerken.

“Die lange dagen hebben gewoon geen zin”

Nu alles weer “normaal” is, maak ik lange dagen op school. Van kwart over acht tot kwart voor vijf. Maar die lessen na twee uur ‘s-middags zijn bijna nutteloos. Als een docent in die lessen iets vertelt, weet ik het na vijf minuten al niet meer. Die lange dagen hebben gewoon geen zin. Ik denk ook dat het een goed idee als school later begint. Niet om kwart over acht maar om negen uur of half tien. Onze biologische klok werkt gewoon anders. Gelukkig heb ik een scooter en kan ik relatief laat vertrekken. Binnen een kwartier kan ik op school zijn, beetje de rode lichten negerend. Door corona hebben we nu NPO-uren. Dat zijn bijlessen enzo, om achterstanden in te halen die je door corona misschien hebt opgelopen. Ik vind dat slecht geregeld. Ik vroeg om bijles geschiedenis omdat ik daar niet goed ben. En die hebben ze dan niet!

“Ik zat bij Jong Oranje onder de vijftien”

Wat ik later ga doen, weet ik nog niet. Mijn vader was vroeger militair. Soms was hij weken van huis. Dat lijkt me niks. Maar de spanning en druk die het beroep met zich mee brengen, vind ik wel gaaf. Maar mijn droom is spelen in het nationaal hockeyelftal. Ik zat bij Jong Oranje onder de vijftien. Daar ben ik op een gegeven moment uitgeselecteerd. Maar als er scouts komen kijken, maak ik wel weer een kans. Ik train drie keer per week en ben elke zaterdag kwijt aan een wedstrijd, zeker als we uit spelen. We zijn dit seizoen gepromoveerd, spelen nu één niveau onder het hoogste niveau. Doordat ik zoveel hockey, heb ik geen tijd voor een vast bijbaantje. Ik geef wel regelmatig streethockeyclinics. Dan leer ik  iedereen al m’n trucs, haha. Ik post ook regelmatig streethockeyfilmpjes op @jonashockeytricks. Dat vind mijn persoonlijke sponsor, The Indian Maharadja, ook fijn.

“Mijn ouders lachten me eigenlijk een beetje uit”

Voor het posten van filmpjes ben ik even met mijn telefoon bezig. Dan gebruik ik ‘m voor een specifiek doelt. Maar verder kan ik zeggen: Ik heb m’n telefoon niet nodig. Ik ben er echt niet afhankelijk van. Veel van mijn vrienden zitten vastgelijmd aan hun telefoon… echt extreem. Ik zeg er altijd wat van: “Kom op, jongens. Zijn we bij elkaar, zitten jullie op je telefoon.”. “Oh ja, oh ja”, zeggen ze dan. We zijn met elkaar naar een festival in Tiel geweest, Appelpop. Ik liep daar rond met een biertje in m’n hand toen ik werd aangesproken door een BOA. Of het mij eerste biertje was et cetera. Omdat ik toen nog 15 was, moest ik mijn gegevens achterlaten en werd ik aangemeld bij bureau HALT. Ik moest wat opdrachten maken en een gesprek met ze voeren. Een van de opdrachten was het schrijven van een brief, waarin ik moest zetten dat ik begreep dat ik niet mocht drinken in het openbaar en dat ik voor mijn achttiende helemaal niet mocht drinken. Het stomme is, ik had dit allemaal kunnen afkopen voor EUR 100. Triest toch? HALT geeft je de kans om dit af te kopen voor honderd euro! Dat hebben veel van mijn vrienden gedaan – ik was natuurlijk niet als enige aangehouden. Maar ik had geen honderd  euro en ik vond het ‘t ook niet waard. Die brief, ach… Toen ik mijn ouders vertelde over HALT, lachten ze me eigenlijk een beetje uit… Ze vertrouwen me en laten me voelen dat ik zelf verantwoordelijk ben.  Vrienden willen vaak bij mij thuis afspreken. Mijn ouders runnen een camping en wij wonen op het terrein. We kunnen zwemmen, chillen in het restaurantje dat erbij zit. Maar ik spreek graag ergens anders af. Ik vind het juist leuk om ergens anders heen te gaan. Ik wóón hier! Met mijn ouders heb ik een goede, hechte band. Alles waar ik tegenaan loop, kan ik bij hen kwijt. In het voorjaar en de zomer, als de camping open is, zijn ze altijd bezig. Ik vind dat niet erg. In de winter zijn ze juist altijd thuis. Dan zie ik ze eigenlijk iets te vaak.’